Boerderij Groot Nijhof te Doesburg
BOERDERIJ ‘GROOT NIJHOF’, EEKSTRAAT 12 TE DOESBURG
Inleiding
Op verzoek van de bewoners, de families Beekman senior en junior, hebben Willemien Hartmans en ondergetekende op 30 juni 2015 een bezoek gebracht aan boerderij ‘Groot Nijhof’ te Doesburg.
De boerderij heeft in de loop der tijden vele namen gekend als: Groot Nijhof, Nieuwhof, Nijenhoff, Nyenhoff, Nyenhoeff, Nye Hoff, Nyehoff, Nye Hof en Nyenhave. Dit geeft meestal weer dat het een belangrijke plek is geweest, die zover nu bekend terug gaat tot 1380. Vermoedelijk is de plek nog ouder en was deze al bekend in 996 toen het gebied in bezit was van het Stift te Elten. De geschiedenis van de plek wordt nog nader uitgezocht.
Komende vanaf Steenderen valt op dat het voorhuis ‘hoog’ opgetrokken is. Normaliter zie je bij dit type boerderijen de kleine ventilatie raampjes van de droogzolder, maar hier zie je geen kleine raampjes maar een hoge muur van ca. 2 meter boven de droogzolder, met een luik aan de voorzijde. De rechteraanbouw (het varkenshuis) vanaf voor gezien, is van 1896-1897. Op 29 juni 1896 om 14.00 uur heeft de aanbesteding plaats voor ‘het bouwen van een Varkenshuis aan de Bouwhoeve ‘Groot Nijhof’ aldaar’ in het Veerhuis te Dieren in opdracht van ‘Het Hof te Dieren’.
Hof te Dieren
Het Hof te Dieren was oorspronkelijk een commanderij van een Duitse orde maar werd in 1647 gekocht door prins Willem II. Deze breidde dit bezit uit en maakte er een jachtslot met wildbaan van. Zijn zoon, de koning-stadhouder Willem III, verbouwde het huis en kocht in dat jaar ook de Fraterwaard aan, waaronder boerderij Groot Nijhof en boerderij Oldenhave (familie Uenk), ook vlakbij Groot Nijhof gelegen. Na het overlijden van Willem III in 1702, raakte het Hof in verval door verschillende erfeniskwesties tussen de Oranjes onderling. Het Hof brandde in 1795 helemaal af. De nieuwe eigenaresse werd Gravin Marie Cornélie van Wassenaer Obdam, Lage en Twickel. In 1824 liet zij een nieuw huis bouwen. Zij huwde in 1831 met Jacob Dirk Carel van Heeckeren van Wassenaer en op verzoek van haar stiefmoeder veranderde zij de naam ‘van Wassenaer Obdam’ in ‘van Heeckeren van Twickel’. Zij bleef kinderloos. Na haar overlijden op 31 maart 1850 erfde haar man al haar bezittingen en huwde voor een tweede maal op 6 mei 1852 met Isabelle Antoinette barones Sloet van Toutenburg, de hofdame van prins Frederik. Het echtpaar kreeg 3 kinderen. Na zijn overlijden op 8 november 1875 werd een van zijn zonen Carel George Unico Willem ven Heeckeren van Wassenaer, de latere heer van Twickel, de erfgenaam en zo kwam het goed in handen van Twickel.
Groot Nijhof
In 1925 werd de boerderij door Twickel verkocht aan Dhr. J.G. Remmelink en in 1935 is de boerderij verkocht aan de heren Jacob en Phillips, waarna in 1942 dhr. Th.B. Beekman eigenaar werd.
In de boerderij zijn de merktekens in de ankergebinten goed zichtbaar. Het is een oude bouwplaats, een oude boerderij met oude merktekens, ja, ovaaltjes en rechte strepen op eikenhouten gebinten. Aan het type merktekens valt de ouderdom van de gebruikte materialen af te lezen. Wetende dat eikenhouten ankergebinten alleen voor 1600 – 1650 vervaardigd werden, en na die tijd vaak van grenen of een andere houtsoort, dan weet je dat deze merktekens stammen uit de 16e eeuw oftewel in ca. 1500-1525 zijn vervaardigd. Dit jaartal is ook te herleiden aan de nog aanwezige vierkante eiken sporen, die voorzien zijn van grote gezaagde telmerken en met toognagels aan elkaar zijn bevestigd. De nummering van de ankergebinten klopt. In de loop van de tijd zijn geen ankergebinten toegevoegd en/of veranderingen aangebracht. Het was een grote boerderij met 6 gebinten.
Daarentegen zijn de sporen na vergroting tot een T-model boerderij (2e helft 19e eeuw) hergebruikt en aangevuld met halfronde juffer sporen.
Prachtig is de grote droogzolder met een borstwering van ca. 200 cm, waar de graanbats nog tegen de muur staat. Er moet heel wat graan op zolder zijn opgeslagen, de vloer is op plekken helemaal doorgebogen. De kapconstructie doet middeleeuws aan. Men heeft gebruik gemaakt van een jukkenkap. Een constructie die je niet vaak tegen komt.
Vanaf de droogzolder kun je naar de deelzolder waar aan de rechterzijde nog een meiden- en een knechtenkamer aanwezig zijn. Van oorsprong waren deze door een houten schot onderling gescheiden, zodat men niet van de meiden- naar de knechtenkamer of omgekeerd kon komen. De beddekasten in hun oorspronkelijke kleuren zijn nog aanwezig.
Heel bijzonder is daar het vloerluik, waarin een opening voor het touw van een hijswiel. Gelet op de bout aan het plafond, heeft men hier gebruikt gemaakt van een stalen hijswiel. Deze waren compacter in uitvoering en lichter bedienbaar dan de houten.
Het huis bezit een oude gewelfde kelder die later bereikbaar is gemaakt vanaf de buitenkant. Fraai aan de buitenkant zijn de eenvoudige hanenkammen boven de ramen met een horizontale stootvoeg wat aangeeft, dat de stenen hiervoor apart (in ruitvorm) gebakken zijn.
In het Varkenshuis zit nog de complete bakoven. Heel uniek, want op de meeste plekken is deze geheel of gedeeltelijk gesloopt.
Wanneer je door de laan het erf op rijdt, dan is het eerste wat opvalt de prachtige grote Twickelschuur, herkenbaar aan de 2 openingen in de achtergevel voorzien van Persienne deuren voor de ventilatie en de doorrijopening aan beide zijden van de schuur. Dit kom je alleen tegen bij schuren gebouwd door het Twickelerder landgoed. Het is een fraaie schuur waar een ‘vaste’ dorsmachine heeft ingestaan. De schuur heeft een prachtige gebintconstructie met aan beide zijden, het in hoogte aanwezige ‘Reedsgebint’ , met in hoogte verschillende zijbeuken. Een uitvoering en een benaming die je maar zelden tegen komt (Handboek voor timmerlieden, door H.I. De Groot, Amsterdam 1900, Houtconstructies, door L. Zwiers Amsterdam 1907). Deze constructie werd toegepast voor grote overspanningen bij hooi- en graanschuren, in voornamelijk Amerikaans grenen. De schuur is in 1900 gebouwd.
Conclusie
Wat een bijzondere boerderij weer. We raakten er niet op uit gekeken. Met een geschiedenis die nog niet helemaal uitgezocht is en nog wat verder spitwerk in de archieven vereist. Groot Nijhof is door u te bezichtigen als gast tijdens een avondje ‘Eten op IJsselhoeven’.
© Wim Jansen